Woelvorken
Lichte, handige en krachtige woelvorken, geschikt voor zowel zand als kleigrond. Voor de beste grondbewerking in je moestuin.
De woelvork van Cecotec biedt diverse varianten die geschikt zijn voor verschillende grondsoorten, van lichte zandgrond tot aan zware kleigronden. De 3, 5 en 7-tands varianten zijn ideaal voor zwaardere gronden, zoals leem of klei. Het aantal tanden bepaalt de breedte van de woelvork, waarbij een bredere variant meer kracht vereist. Voor zwaardere kleigronden worden de 3 of 5-tands varianten aanbevolen. De plus varianten, met twee extra tanden van 10cm, bevorderen extra verkruimeling van de bovenste grondlaag, vooral gunstig voor lichte zandgronden.
Toont alle 7 resultaten
Toont alle 7 resultaten
Wat zijn de belangrijkste voordelen van een woelvork?
- Spitten belast onder andere de rug, gewrichten en pezen. Woelen is een stuk minder belastend.
- Woelen gaat veel sneller dan spitten: een woelvork is al snel drie keer zo breed als een spade en het werk gaat makkelijker.
- Bodemleven, organische stof en mineralen blijven meer geconcentreerd boven in de bodem. Daardoor is die laag vruchtbaarder en beter bewerkbaar. Intensieve beworteling en opname van nutriënten vind voor een belangrijk deel plaats in deze bovenste laag. Dit samen leid tot een betere plantgroei
- Diepere bodembewerking: De lange tanden van de woelvork kunnen dieper in de grond doordringen dan een traditionele spade, waardoor een betere beluchting en drainage wordt bevorderd. Dit helpt bij het voorkomen van bodemverdichting en bevordert een gezonde groei van plantenwortels.
- Behoud van bodemstructuur: In tegenstelling tot spitten, waarbij de bodem wordt omgekeerd en de bodemstructuur wordt verstoord, behoudt de woelvork de natuurlijke lagen van de bodem. Dit bevordert een gezond bodemleven en zorgt voor een betere water- en voedingsstoffenhuishouding.
- Als je de grond omkeert, zoals bij spitten, komen veel onkruidzaden boven. Die kiemen massaal, omdat ze worden blootgesteld aan het licht. Bij woelen daarentegen blijven de onkruidzaden diep in de grond, waar ze minder makkelijk gaan kiemen.